Concurreren zonder concurrentiebeding
Ik hoor het regelmatig.
“Zo’n concurrentiebeding stelt niks voor, dat wordt toch zo van tafel geblazen door de rechter.”
Ik ervaar dat heel anders in de praktijk. Er is wat nodig voor een geldig concurrentiebeding, maar dan heb je wel degelijk wat als werkgever.
Betere onderhandelingspositie met concurrentiebeding
Een concurrentiebeding verbiedt een werknemer bij een concurrent te werken of voor bepaalde klanten actief te zijn. Kun je als werkgever met een geldig concurrentiebeding zwaaien, dan heb je in ieder geval iets om over te onderhandelen. Vaak ook met de nieuwe werkgever.
Wat als er geen concurrentiebeding is?
Dan mag er worden geconcurreerd, tenzij de oud-medewerker jouw klanten stelselmatig benadert en daarbij gebruikmaakt van bij jou opgedane kennis. Je hebt dan vaak wel een bewijsprobleem. Maar zoals altijd geldt ook hier dat iedere tegenstander een zwakke plek heeft.
De zwakke plek vinden
Je kunt het de oud-werknemer die het te bont maakt best lastig maken. Door getuigen te gaan horen bijvoorbeeld. De klanten die de oud-werknemer heeft afgepakt. Of door beslag te leggen op documenten. Of schadevergoeding te eisen en dan beslag te leggen op het huis van de oud-werknemer.
De aanpak van een probleem als dit vereist een ruimere blik dan alleen de vraag wat wettelijk mogelijk is. Het is vooral een psychologisch spel.
Een van mijn liefhebberijen, zonder met anderen te willen concurreren.